Een fragment: (p. 31/32)

Op de set wordt hard gewerkt. Tot op het binnenplein van Film Village is de herhaalde klap van het clapboard te horen, waarmee de gaffer de takes van elke op te nemen scene aankondigt. Ook diens hoge jongensstem draagt tot in het dorp.

'Scene 145, take 13.' Tien seconden later: 'Scene 145, take 14.' Vrijwel onmiddellijk gevolgd door: 'Scene 145, take 15.' Gevloek van deze of gene. Een nieuwe klipklap. 'Scene 145, take 16.'

Degenen die meedoen in volgende scenes maken zich klaar voor de korte wandeling naar de set. Daar klinkt het bekende fluitje, de megafoon oproep:

'Scene 146, waar zitten jullie? Casey!!'

'Ja baas, we zijn er al.'

Mick, met een snel glas fris in de hand, hoort de volgende aankondiging.

'Scene 146, take 1.'

Een vaag gemurmel, wat applaus, en dan: 'Scene 147, take 1.'

Het loopt, denkt hij opgelucht, we zijn in de running! Hij wendt zich glimlachend naar Bob en Billy, die zich onverstoorbaar bezighouden met voorbereidingen voor de lunch. De hele keukenbrigade is rustig maar onafgebroken aan het werk.

'Hij gaat lekker, vind je niet?'

Bob knikt instemmend; Billy haalt met een minachtende trek op haar gezicht de schouders op.

Mick kijkt haar verbaasd aan.

'Vind jij van niet, Billy?'

'Ach...' Billy maakt een afwerend gebaar. Ze veegt de afgesneden broodkorstjes in een bak en legt de plakjes brood voor de clubsandwiches op stapeltjes. Ze lijkt niet erg toeschietelijk.

Mick duwt door.

'Wat vind jij dan Billy?'

Nu kijkt ze op.

'Het is allemaal flauwekul, in die film. Dat gelooft toch geen hond! Zo werkt een orakel helemaal niet. Ze zouden eens bij het echte orakel moeten gaan kijken. Daar komen ze ginds uit het dorp nog altijd om raad vragen en dat gaat zo al duizenden jaren lang. Dan zie je meteen dat het wel wat anders is dan dat gedoe daar.'

Een laatdunkende blik in de richting van de set.

'Typische Hollywood shit. Maar ach, als het publiek er in trapt, wat doet het er dan toe wat ik er van vind?'

'Nou, ik vind het wel interessant wat je daar zegt,' klinkt een vreemde mannenstem achter hun rug. Ze schrikken er alle drie van.

Als ze zich omdraaien zien ze een tengere man van rond de vijftig naderbij komen. Hij is niet onknap maar hij hoort duidelijk niet bij de cast. Mick weet zeker dat hij de man ook niet bij de crew heeft ingehuurd. Hoe heeft hij toegang gekregen tot het filmdorp? De zaak is hermetisch afgegrendeld van de buitenwereld die met alle gretige nieuwsgierigheid veel overlast veroorzaakt. Is de bewakingsdienst te kort geschoten?

Hij hoeft het zich niet lang af te vragen. De vreemdeling steekt zijn hand uit en stelt zich voor als Alan Crombie, de scenarioschrijver.