Waarom is er zoveel zinloos geweld?

 

Geweld zou je kunnen omschrijven als het gebruik maken van brute kracht, met blote handen of gewapenderhand, teneinde een door de geweldpleger gewenst doel te bereiken. Dat doel kan zijn: het verkrijgen of behouden van het gewenste (de bankrover wil geld, de politicus macht, de oorlogszuchtige wil landbezit) maar ook het verjagen van andere gegadigden, en zelfs, indien aangevallen door zo’n geweldpleger, het verdedigen van lijf en goed, - desnoods eveneens met geweld.

Als je gaat nadenken over ‘zinloos’, dan vraag je je allereerst af, of er ook zinVOL geweld bestaat. En het eerste wat opvalt, is dat de meeste mensen vinden dat sóms, heel soms, geweld moet mogen. Bijvoorbeeld als verdediging tegen geweld. Dat lijkt zo’n duidelijke afgrenzing dat er geen misverstanden over kunnen ontstaan. Doe deze denkoefening daarom even mee, dan komen we vanzelf bij het probleem. Want: wanneer mag je je met geweld tegen geweld verdedigen? Voor lijfsbehoud, is het eerste antwoord. Lijfsbehoud voor jezelf en je partner en kinderen, komt daar snel achteraan. Ook voor andere familieleden, rekt een derde. En je goede vrienden? En je buren? Mag je die ook met geweld verdedigen? Je collega’s, je kennissen, je overoverburen? De mensen die om de hoek wonen? Mag je behalve je dierbaren ook je bezittingen met geweld beschermen? Kortom, waar ligt een duidelijke grens tot waar geweld nog màg, nog kàn, nog ‘zinvol’ is? Wie bepaalt die grens, en voor hoe lang? Is die grens overal geldig? Wat gebeurt er met mensen die hem overschrijden? Ook weer geweld - en door wie dan? Zulke vragen zijn net zo glibberig als lopen op ijs met gladde leren zolen. Je staat nooit eens op stevige grond.

Maar goed, we laten de heikele grenzen van toegestaan geweld even los. Want we zijn het er waarschijnlijk wel over eens dat er tegenwoordig heel veel zinloos geweld bestaat. Caféruzies die ontaarden in halve of hele moordpartijen. Straatgevechten, om de onnozelste aanleidingen, vaak ook met drank of drugs in het lijf. Steek- en schietpartijen. Iemand doodschoppen - met een heel stel flinkerds tegelijk. Groepsverkrachtingen. Allerlei vormen van pesterij die met geweld gepaard gaan. Kinderen die kinderen vermoorden. Ouders die een ongewenst geworden kind vermoorden, en het lijkje in stukken snijden en de stukken op grote afstand van elkaar weggooien. Horror is niet langer alleen een filmgenre - het gebeurt overal om ons heen.

Soms vraag je je af of de mensheid afglijdt naar een dolgedraaide moordenaarsbende. Is er zóveel meer geweld dan vroeger? Is het geweld bruter geworden? Het leven minder waard? De pijn van de slachtoffers erger?

Of is onze geschoktheid juist een goed teken? Een teken dat we ons van de afschuwelijkheid steeds meer bewust zijn en ons er innerlijk tegen verzetten. Vanaf de allereerste tijden van de wereld is er immers geweld geweest. Tussen mensen en dieren, soms om zich te verdedigen en soms voor de vleespot. Tussen mensen onderling, aanvankelijk vaak ook als overlevingsmechanisme. Naarmate de samenleving ingewikkelder werd, werd ook de gewelddadigheid complexer. En met de huidige stand van de massacommunicatie zijn alle geweldsuitbarstingen binnen minuten wereldwijd bekend. Bommen op Afghanistan, rellen in Buenos Aires, een hardhandig beteugelde betoging in Italië, oorlog in Syrië, de revoluties in moslimlanden met dictaturen - we zien het ‘s avonds op de buis. Misschien lijkt het erger omdat niets ons wordt onthouden. Maar is er in kleine kring meer geweld? In je dorp of stad, je wijk of straat? Worden kinderen meer en erger mishandeld dan vroeger, of minder? Zijn er minder straatgevechten, berovingen? En waardoor ontstaat geweld?

 

Wat dat laatste betreft, zijn de deskundigen het er wel over eens dat agressie inherent is aan de mens. Agressie was ooit een overlevingsmechanisme, en dat atavistische trekje schuilt nog diep in ons allemaal. Meestal is het zo onmerkbaar als een slapende hond. Maar het kan plotseling worden opgewekt, door oorzaken buiten onszelf - door gedrag of door omstandigheden. Als het daarna niet in alle rust afbouwt dan kan het snel opstapelen, tot het uitbarst in een explosie van geweld. Onvoorspelbaar, en daardoor onbeheersbaar.

En men moet vrezen, dat zolang de mens onvolmaakt is in zijn handelingen en zijn sociaal gedrag, onze tekortkomingen bij anderen ergernis blijven oproepen, en boosheid, en razernij; kortom tot agressie zullen leiden.

Zinloos geweld - pas als we allemaal heilig zijn verklaard mogen we hopen dat we de dolle hond van onze eigen onbeheersbaarheid weer zoetjes kunnen laten inslapen. Tot die tijd kunnen we slechts, ieder op zijn eigen klein maniertje, ons best blijven doen om zo min mogelijk agressie bij anderen op te wekken. Dat is vaak al een hele opgave. Te vrezen valt, dat sommigen het nooit leren.