The making of...
Het onderwerp: "verwende jonge knul zoekt de leegheid van zijn leven te 'verdoven' met dure bokkensprongen, totdat iemand hem een ander pad wijst - meestal nogal bruusk - waardoor zijn bestaan vervulling krijgt en waardoor hij soms ook de ware liefde vindt" is al vaak gebruikt als stramien voor een roman. Een uitgekauwd onderwerp? Het zal toch nog vaak worden gehanteerd. Want het is een verhaal met een diepe levensles. Het thema is: maak wat van je leven. Geef zelf zin aan je bestaan.
Ook de ontwikkeling van het detailhandelsbedrijf vanaf het begin van de 20e eeuw, van klein winkeltje tot warenhuisketen, is al heel wat keren in verhalen verwerkt. Meelezers met het manuscript hebben zich afgevraagd, welk warenhuis model heeft gestaan voor Euro-sell. Het antwoord is: het is een mix van zo'n beetje alle bestaande detailhandelsketens in de non-food. Noch de beschreven onderneming, noch de personages zijn terug te voeren op de realiteit. Hoogstens is sprake van archetypes. In bepaalde kringen kan men dergelijke hoog te paard zittende jongelui 'in het echt' tegenkomen. En dat ook in familiebedrijven de managerscultuur om zich heen grijpt en verregaande gevolgen heeft, is inmiddels wel bekend. Juist omdat in dat opzicht de werkelijkheid zo dichtbij is, heb ik geprobeerd om het verhaal met gebruik van humor iets boven de platvloerse werkelijkheid uit te tillen. Nu maar hopen dat ik in dat streven ben geslaagd...
Een fragment
Tante Anna, prinses Farahjani, was de zus van Joris' overleden moeder. Ze was een geboren Neree de Blanchefort en ze was met een Perzische prins getrouwd toen dat land nog Perzië heette en nog prinsen had, en van die twee omstandigheden was ze nooit helemaal hersteld. Rechtstreeks van haar Zwitserse kostschool had ze prins Arash Farahjani het jawoord gegeven. De eerste jaren van hun huwelijk had ze met hem in zijn paleis in de bergen ten noorden van Teheran gewoond, in de dagen van het oude regime. De koude valwinden die door dat rijke maar tochtige paleis floten, waren blijkbaar in haar hersens geslagen en daar nooit meer uit verdwenen. Toen de islamitische revolutie van '79 het hele land ondersteboven keerde, de sjah werd verdreven door het islamitisch reveil en het paleis van de Farahjani's in een kazerne veranderde, waren Anna en Arash naar Parijs gevlucht. Ze had gelukkig al haar juwelen en alle aandelen die ze van haar vader had geërfd, mee kunnen nemen. Ze hadden jarenlang een riant huis aan de Boulevard Saint Germain kunnen bewonen, totdat prins Arash bezweek. Aan heimwee naar het oude Perzië, zuchtte Anna altijd. Aan de drank, zeiden anderen die zijn onlesbare dorst wel kenden. Tante Anna had zelf geen kinderen. Daarom verhuisde ze in 2001 naar Nederland om Joris die nu een 'arme wees' was, zoals zij het noemde, te steunen.
Joris liet dit enige tijd lijdzaam over zich heen komen en begreep toen wat zij bedoelde met steunen: zich niet bemoeien met wat hij deed, zo lang hij zich maar vooral niet vermaakte. Uit de bijbehorende woordenwisselingen kwam een tweede revolutie voort. Joris gooide het Farahjani-juk af en zijn tante kocht een huis aan de overkant van de laan, pal tegenover het landhuis waar de familie De Jong al vier generaties woonde. Joris ging bij haar op visite op erkende feestdagen en bij andere gelegenheden dat hij er echt niet onderuit kon. Ze mochten elkaar niet.
Maak jouw eigen website met JouwWeb